In september vind je in ons tuincentrum in Beek en Donk een groot assortiment voorjaarsbollen. Wees er op tijd bij om de bollen van je keuze te bemachtigen en vergeet ze niet op tijd te planten. Dan beleef je nu alvast de nodige voorpret bij het idee van een fleurig voorjaar.
Waar plant je voorjaarsbollen?
De meeste bollen houden van droge of in ieder geval goed doorlatende grond, anders gaan ze rotten. Kijk op het etiket of ze een zonnig of schaduwrijk plekje willen. Verwilderingsbollen als sterhyacinten, anemonen en het lelie-achtige knolgewas Erythronium houden bijvoorbeeld van een plekje onder een boom of aan de voet van een struik.
In de border kunnen:
- sneeuwklokjes;
- tulpen;
- narcissen;
- krokussen;
- blauw druifjes;
- sneeuwroem (Chionodoxa);
- Anemone blanda (wit en blauw);
- hyacinten;
- sterhyacinten (Scilla);
- knikkende vogelmelk (Ornithogalum nutans);
- zomer- of lenteklokjes (Leucojum);
- sierui (Allium) en prairielelie (Camassia).
Zet ze tussen de vaste planten, zodat de afstervende bladeren en bloemstengels in het voorjaar vanzelf tussen het opkomende groen verdwijnen.
Je kunt ook bolletjes in het gazon planten (of ‘poten’, zoals het officieel heet). Strooi bijvoorbeeld krokussen, narcissen en sterhyacinten uit over het gras en plant ze op de plek waar de bollen terecht komen; dat geeft een mooi natuurlijk effect.
Ook in pot kun je bollen poten:van tulpen en narcissen tot blauwe druifjes of laag blijvende sieruien (Allium). Zorg ervoor dat er gaten in de bodem van de pot zitten, zodat overtollig water weg kan lopen, en bekleed de binnenkant van de pot eventueel met een laag noppenfolie, om het risico op bevriezing te beperken. Zet de pot op een beschutte plek, tegen de gevel van het huis of tegen de schuur of schutting.
Hoe plant of poot je voorjaarsbollen?
- Tussen eind september en eind november kun je vroeg- en laatbloeiende voorjaarsbollen planten, zolang het niet vriest en de grond niet bevroren is.
- Als vuistregel geldt dat je de bollen – met het puntje omhoog – twee keer zo diep plant als de bol hoog is. Kijk voor de juiste plantafstand op de verpakking.
- Voor een zo natuurlijk mogelijk effect strooi je de bollen met losse hand uit en plant je ze op de plek waar ze gevallen zijn.
- In een pot kun je gebruik maken van de laagjes- of lasagnemethode: plant de laatbloeiers onderin en de vroegbloeiers bovenin. Plant ze niet te dicht tegen elkaar – ze mogen elkaar niet raken – en niet dicht tegen de rand van de pot, vanwege de kans op bevriezing.
Sla dus nu je slag in ons tuincentrum in Beek en Donk!