Tomaten kweken

Tomaten kweken

Tomaten zijn lekker, gezond en ze zijn ook nog eens leuk om te zien, in je (moes)tuin of op je balkon. Als je onderstaande tips opvolgt, en het weer een beetje meewerkt, heb je straks een rijke oogst van die mooie en smaakvolle rode (of gele, of zelfs blauwe) vruchten.

Lekkere tomaten in 8 stappen

  1. Je kunt in ons tuincentrum in Beek en Donk zaden, maar ook jonge tomatenplantjes kopen. Tomaten houden van zon en beschutting. Je kunt ze in maart onder glas, in de vensterbank of in de kas voorzaaien en daarna, vanaf medio mei, in een pot, bak of in de (moes)tuin planten. Voordeel van tomaten in pot is dat je de pot bij regen en storm op een beschutte plek kunt zetten.
  2. Plant bij droog, niet al te zonnig weer. Tomaten gedijen in luchtige, vruchtbare grond. Gebruik goede potgrond vermengd met wat grof zand en/of vermiculiet. Geef direct en regelmatig water, zodat de grond vochtig blijft. Tomaten drinken veel water, maar houden niet van een hoge luchtvochtigheid. Giet het water dus altijd aan de voet van de planten en niet op de bladeren.
  3. Zet een stok bij de plant en bind deze aan. Geef regelmatig mest, maar niet te veel stikstof, want dat zorgt voor veel blad en stelen maar minder vruchtvorming. Gebruik bijvoorbeeld koemestkorrels en wat kali of speciale tomatenmest.
  4. Tomaten houden niet van regen. Knip eventueel wat blad weg wanneer een plant te lang nat blijft na een regenbui. Knip ook bladeren weg die het zonlicht weghouden van de vruchten. Laat in ieder geval altijd minstens 6 tot 8 grote bladeren aan de plant zitten.
  5. Bind de hoofdstengel telkens als de plant weer gegroeid is vast aan de stok. Bind de plant niet te strak op, want de stengel wordt steeds een stuk dikker.
  6. In bijna elke bladoksel vormt de tomatenplant een nieuwe scheut, ‘een dief’. Als de dief niet wordt verwijderd zal hij zich ontwikkelen tot een grote slappe stengel die op zijn beurt ook weer dieven ontwikkelt. Uiteindelijk heb je dan een dichte, bossige plant met maar weinig en ook nog eens heel kleine vruchtjes. Daarom moet je regelmatig ‘dieven’: de okselscheuten verwijderen. NB Struik- en dwergtomaten hoef je niet te dieven.
  7. Een tomaat blijft maar doorgroeien. Als je veel tomaten wilt oogsten moet je de plant op een gegeven moment toppen om de groei te stoppen en de vruchtvorming te stimuleren. In de volle grond top je meestal na de vierde tros. Snijd de hoofdstengel af boven de twee bladeren boven de hoogste tros.
  8. Oogst als de tomaat egaal van kleur is en je de vrucht iets kunt indrukken. Oogsten doe je door met je vingers op het verdikte stukje van het steeltje te drukken, dan breekt de vrucht van het steeltje af. Of gebruik een (snoei)schaar. Als je niet meteen dezelfde dag nog van je oogst gaat genieten kun je de tomaten het best in een schaal op het aanrecht of de keukentafel bewaren (dus niet in de koelkast).