Nu de temperatuur daalt, stijgt bij schaatsliefhebbers de spanning. Wanneer zijn de sloten, rivieren en meren bevroren, zodat ze weer het ijs op kunnen? Ook vijverbezitters kunnen rode oortjes krijgen, maar dan van bezorgdheid: komen de planten en de vissen wel goed de winter door? Voor hen hier een aantal handige tips.
- Verwijder afgevallen bladeren, overtollige algen en afgestorven delen van water- en oeverplanten
- Voer de vissen eventueel met speciaal wintervoer nog een klein beetje bij. Stop met voeren bij een watertemperatuur van 6 graden Celsius of lager, want dan worden de vissen inactief en gaan ze in een soort winterslaap. Verstoor de vijver en de nabije omgeving ervan in de winter daarom zo min mogelijk
- Zorg ervoor dat de filters blijven werken. Plaats de waterpomp daarom diep in de vijver of in een vorstvrije ruimte op het droge. Sluit wel pompen van UV-filters, fonteinen, watervallen of beeklopen af
- Houd de vijver voor minstens een deel ijsvrij door een speciale ijsvrijhouder in uw vijver te leggen. Deze zorgt tegelijkertijd voor voldoende zuurstoftoevoer. Of breng bruis- of beluchtingssteentjes aan, die u aansluit op een luchtpompje. Hak in ieder geval nooit een gat in het ijs, want dan kunnen de vissen sterven als gevolg van stress. Beter is het een pan kokend water op het ijs te houden en daarmee voorzichtig een gat te smelten. Giet nooit kokend water op het ijs, want ook dit kan de dood van de vissen tot gevolg hebben
- Verwijder sneeuw op het ijs, want elk straaltje zonlicht is belangrijk voor de vissen en de zuurstofplanten. Doe dit rustig en zo stil mogelijk, bijvoorbeeld met een bezem in plaats van een sneeuwschuiver, om de vissen niet te verstoren
- Als u een net over de vijver hebt gespannen, laat dat dan ook in de winter zitten. In de winter zijn uw ‘slaperige’ vissen een makkelijke prooi voor reigers en bovendien voorkomt u zo dat er organisch afval in de vijver valt of waait