Egels zijn ontzettend leuke tuingasten. Het zijn grappige dieren die bovendien dol zijn op slakken, kevers en rupsen. Op een warme zomeravond kunt u ze horen schuifelen en zelfs horen snurken, snuiven en smakken. Helaas nemen ze de laatste jaren in aantal af, door de toenemende bebouwing en het razende autoverkeer.
Tips voor een egelvriendelijke tuin
- Omhein uw tuin niet geheel met schuttingen, maar plant een haag of een aantal (bessen)struiken als afscheiding, zodat de dieren toegang hebben tot de tuin.
- Zorg voor veel begroeiing in de vorm van bodembedekkers, planten en struiken.
- Laat op bepaalde plekken een hoop takken en bladeren liggen, waarin de egels beschutting en een plek om te overwinteren kunnen vinden. Ook een composthoop is daarvoor geschikt, dus wees altijd alert op de aanwezigheid van een slapende egel bij het omzetten of afvoeren van de compost (het zijn immers nachtdieren).
- Plaats een egelhuisje of -mand op een beschutte plek in de tuin. Of maak zelf een egelhuisje.
- Gebruik geen bestrijdingsmiddelen en slakkengif.
- Zorg ervoor dat vogelnetten in de (moes)tuin altijd minstens 30 centimeter boven de grond blijven.
- Leg een loopplankje in de vijver. Egels kunnen best goed zwemmen, maar ze moeten wel weer uit de vijver kunnen komen.
- Plaats een (vogel)drinkschaal met water.
- Zet in het najaar, wanneer de dieren reserves moeten opbouwen voor hun winterslaap, in de avond een schoteltje met zacht kattenvoer voor ze neer.
- Geef een versufte of zieke egel nooit melk, want daar krijgt het diertje diarree van.
- Vindt u een zieke egel, neem dan contact op met een egelopvang in uw buurt, want egels zijn beschermde dieren.