Wisten we inmiddels maar waarmee we het coronavirus de wereld uit konden helpen... Gelukkig kunnen we wel iets doen tegen vervelende insecten en andere diertjes die ons, als we eindelijk even prinsheerlijk in het zonnetje in onze tuin zitten, belagen of het op onze mooie planten hebben voorzien. Ons tuincentrum in Beek en Donk geeft je graag handige tips om deze plaagdieren in de tuin tegen te gaan.
1. Anti-wesp
Wespen komen af op zoetigheid, dus doe geen zoet parfum op en houd zoete lekkernijen en drankjes binnenshuis. Ze houden niet van de geur van citroen, azijn en kruidnagel. Steek een geurkaars met citroen- of kruidnagelgeur aan of vul een bakje op tafel met citroen(sap), azijn of verse kruidnagels. Je kunt ook een wespenvanger ophangen, op flinke afstand van de zithoek op het terras.
2. Anti-mug
Stilstaande waterplassen en regentonnen zonder deksel zijn beruchte muggenbroedplaatsen. Zorg dat er geen plassen in de tuin blijven staan en dek de regenton af. Plaats horren voor ramen en deuren om muggen buiten te houden. Ook citroengeur houdt ze op afstand, dus zet een paar citroengeraniums in de vensterbank.
3. Anti-mier
Het zijn nuttige, hardwerkende dieren die afval en schadelijke insecten opruimen, maar je hebt ze liever niet in de keuken of op tafel. Ruim etensresten daarom altijd direct op. Mieren volgen vaste routes via een geurspoor. Breng ze in verwarring en leid ze weg bij de keukendeur of tuintafel door op hun route versnipperde blaadjes munt of lavendelbloemen te leggen. Plant lavendel, munt, bieslook of Afrikaantjes bij de keukendeur, dan kiezen ze het hazenpad. Of kijk in ons tuincentrum in Beek en Donk naar mierenlokdoosjes.
4. Anti-kever
Er zijn verschillende soorten kevers die het op bepaalde planten gemunt hebben. Zo vreet het bruine Viburnumhaantje aan de bladeren van de sneeuwbal (Viburnum). Het rode leliehaantje vreet de bladeren en bloemen van planten in de leliefamilie aan, dus ook keizerskronen en lelietjes-van-dalen. Ook de staalblauwe muntbladhaan en de taxuskever ben je liever kwijt dan rijk. De donkergrijze, gegroefde taxussnuitkever beperkt zich niet tot de taxus, maar doet zich ook tegoed aan andere struiken, primula’s en fruitgewassen, zoals aardbeien, druiven, vijgen en frambozen. Zijn witte larven eten de wortels van veel pot- en kuipplanten, die dan zomaar opeens het loodje kunnen leggen.
Er zijn verschillende methoden om de kevers te lijf te gaan. Lok vogels naar de tuin of zet (kriel)kippen in, want die eten graag kevers. Vang de kevers handmatig weg. Het Viburnumhaantje en het leliehaantje laten zich vallen als ze zich bedreigd voelen. Houd een lege jampot onder het blad waarop de kevers zitten en probeer ze aan te raken, dan vallen ze vanzelf in de pot. Kijk in ons tuincentrum in Beek en Donk naar biologische bestrijdingsmiddelen tegen leliehaantjes. Bespuit zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren van hun prooiplanten. De larven van de taxuskever gedijen in potten, bakken en kuipen. Ververs de grond daarom elk jaar of op z’n minst elke twee jaar. Verwijder alle grond waarin je de witte, gekromde larven aantreft.
5. Anti-eikenprocessierups
Sinds de jaren negentig is het aantal eikenprocessierupsen toegenomen. In mei, juni en juli zitten veel eikenbomen er vol mee. De harige rupsen gaan ’s nachts in lange rijen – als in een processie, vandaar de naam – op zoek naar voedsel: eikenblad. Het zijn de brandharen van de rups die klachten veroorzaken, zoals jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen en aan de luchtwegen. Ook honden kunnen er last van krijgen. Je kunt de eikenprocessierups bestrijden door insecten naar je tuin te lokken die de rupsen graag opeten, zoals sluipwespen en gaasvliegen. Deze komen onder andere af op voorjaarsbollen, zoals blauwe druifjes, krokussen, botanische tulpen en de Anemone blanda.
6. Anti-buxusmot
De buxusmot veroorzaakt in tal van landen een enorme kaalslag. De rupsen van de buxusmot, een zwart-witte Aziatische nachtvlinder die hier met een lading geïmporteerde, geïnfecteerde buxussen terecht is gekomen, kunnen een buxusstruik in korte tijd kaalvreten. Ze zijn moeilijk te zien, want ze zitten onder de buitenste bladeren verstopt. Het eerste wat je zal opvallen is dat er kale plekken in de buxus ontstaan, met aan de voet daarvan ‘fijngemalen’ blaadjes. Controleer je buxussen daarom regelmatig en voel met je vingers tussen de takken of je een plakkerige substantie en spinsels tegenkomt. Daarin zitten de felgroene rupsen met een zwarte kop en zwarte stippen. Ze slaan vooral eind april, begin mei en in augustus toe. Bestrijd de rupsen door ze met de hand te verwijderen of met biologische middelen, die verkrijgbaar zijn in ons tuincentrum in Beek en Donk. Geef je buxus daarnaast regelmatig speciale buxusvoeding.
7. Anti-spinselmot
Niet te verwarren met de eikenprocessierups, die ook gesponnen netten of webben maakt. De witgele, zwart gestipte rupsen van de spinselmot weten in mei en juni in een mum van tijd hele bomen in te pakken met witte dekens van zijden draden. Ze hebben een voorkeur voor krentenboompjes, appel- en perenbomen en de gewone vogelkers (Prunus padus). Het ziet er niet fijn uit en de rupsen verslinden veel bladeren, maar gelukkig zijn ze ongevaarlijk voor mens en boom. De rupsen ontpoppen zich na vier tot zes weken tot nachtvlinders. Dan zijn ze vanzelf weer gevlogen!